Artikelen © Diana Vernooij 2008
terug naar Artikelen
Vorm & Leegte, kwartaalblad boeddhisme, mens, samenleving - 52

IJdelheid

Forum en Leegte -17, december 2008

Make-overs op televisie beloven van een lelijk eendje een mooie zwaan te maken, na een uitgebreide reconstructie van het lichaam. Piercings, tatoos, botox, verwijderen van pukkels en rimpels, borsten vergroten of verkleinen, neuzen recht laten zetten, schaamlippen verkleinen, het is nog bijzonder - verwijdering van overtollig haar, schrapen van de sinaasappelhuid en verven van het grijzende haar is eerder normaal. Wat zegt het boeddhisme over het verlangen je uiterlijk te willen verfraaien en over ijdelheid?

Edel Maex: "Het angstvallig bewaarde geheim van de schoonheidsindustrie is dat iedereen die glimlacht mooi is. Zelfs als iemand afgetakeld en ziek in bed ligt, zelfs als haar lichaam verder om wat voor reden ook misvormd is: het verdwijnt allemaal als ze naar je glimlacht. Een open onbevangen milde glimlach maakt iedereen mooi."
Mensen hebben altijd mooi willen zijn. Zelfs dieren maken zich mooi. Het is natuurlijk. De Boeddha spreekt over lijden en het opheffen van lijden. Het lijden vindt zijn oorsprong niet in het verlangen op zich maar in de krampachtigheid waarmee we ons er aan vastklampen. Dat geldt voor het verlangen naar schoonheid niet anders dan voor andere verlangens.
Welke drijfveren maken ons verlangen naar schoonheid tot een kramp? Edel Maex beschouwt eenzaamheid als een van de belangrijkste drijvende krachten achter de schoonheidsindustrie. “Ons uiterlijk bepaalt hoe mensen op ons reageren. Mooie kleren, een mooie kleur, mooi haar, een slank figuur, het juiste dieet, liposuctie, een facelift, een andere neus, nieuwe borsten... Er komt geen einde aan de inspanningen.” Hoe je er uit ziet bepaalt alleen maar het eerste contact. Zodra je met iemand vertrouwd raakt valt het uiterlijk weg en worden ander dingen belangrijk. Maex: “Heel gauw zie je niet meer of iemand groot of klein, slank of gezet is. Een uitgebluste relatie zal niet gemakkelijk nieuw leven ingeblazen worden door mooier ondergoed of silicone borsten. Een glimlach daarentegen is, door zijn inherente vergankelijkheid, steeds weer opnieuw mooi. Dus waarom zoveel geld en energie spenderen aan een nieuw uiterlijk als een glimlach gratis is?”
Er is heel wat wetenschappelijk onderzoek verricht naar de glimlach. Waar je nieuwe kleren, een nieuw kapsel, nieuwe borsten, een facelift kan kopen blijkt dat zelfs met uren oefenen en tonnen tandpasta een glimlach niet te veinzen is. “De gemaakte glimlach van een politicus op een reclamebord is en blijft gemaakt. Een glimlach kan alleen maar geboren worden uit een kort moment van onbevangenheid, van loslaten, van kwetsbaarheid.”

Barbiepop

Het lichaam verfraaien is van alle leeftijden, alle culturen, alle tijden en van beide seksen, stelt Anneke Smelik. Het is dus niet iets nieuws of westers. “Wel is er hier en nu een obsessie met schoonheid in Hollywoodachtige termen: Paris Hilton is net zo plastic als de barbiepop waar ze op lijkt. Die hang naar een perfect uiterlijk heeft te maken met een cultuur waarin een diep geloof gehecht wordt aan het maakbare lichaam: het lichaam moet fit, slank en vooral eeuwig jong blijven. Daar besteden we veel aandacht, tijd en geld aan: van fitness, persoonlijke verzorging, tot plastische chirurgie.” Zowel vrouwen als mannen willen met plastische chirurgie niet mooier worden maar vooral ‘gewoner’. Ze halen altijd iets weg dat afwijkt van de middelmaat.”
Het perfecte beeld komt in onze beeldcultuur dagelijks tot ons via de media. Daar worden mooie mensen nog volmaakter gemaakt door filters in camera’s die rimpels wegstrijken en door photoshoppen waarmee rimpeltjes, overtollige haartjes, bobbeltjes, vetzakjes weggehaald worden tot een glad, haast plastic beeld ontstaat. Smelik: “Het gaat mis als mensen hun zelfbeeld te veel gaan bouwen op basis van onhaalbare ideaalbeelden die ze in de media dagelijks zien. Dan ontlenen ze hun identiteit aan een vals ideaal van uiterlijkheden, terwijl het cliché dat echte schoonheid van binnenuit komt, natuurlijk nog steeds waar is. Uit de psychologie weten we dat mensen ideaalbeelden nodig hebben om hun zelfbeeld aan op te trekken. Maar als de kloof tussen ideaalbeeld en zelfbeeld te groot wordt raakt het spiegelbeeld verstoord. Mensen kunnen daar behoorlijk onder lijden en last krijgen van ondraaglijke onzekerheid.” Smeliks conclusie is dat met een zekere vorm van ijdelheid niets mis is, je wilt tenslotte functioneel en prettig meedraaien in de maatschappij. De grens ligt bij de innerlijke frustratie: dan kun je beter van binnenuit aan acceptatie en kracht werken om weer in jezelf te gaan geloven. Via het uiterlijk lukt dat nooit.

Armoedementaliteit

Fenja Heupers meent dat de gedachte dat wij niet goed genoeg zijn juist de oorzaak is van de huidige trend van make-overs. Het getuigt van een armoedementaliteit. We hopen met al deze middelen en verbeteringen wel goed genoeg te zijn en erbij te horen. “Het is een beetje armzalig om te denken dat als het innerlijk niet goed genoeg is, het uiterlijk de verlossing moet bieden.” IJdelheid, fixatie op je buitenkant, is Heupers niet tegenge¬komen in de boeddhis¬tische grondteksten. “Een hindernis op ons pad die wel genoemd wordt is ‘trots’. Trots zijn op het feit dat we jong zijn, op onze schoonheid, onze status enzovoort. Dit is een hindernis omdat we door onze opgeblazenheid hierover niet helder de werkelijkheid kunnen zien. Het willen veranderen van de buitenkant is zo ongeveer het omgekeerde van trots. Dat kun je ook als een hindernis zien, waardoor ons beeld van de werkelijkheid vertroebeld.”
In de bijbel heeft ijdelheid, ijdelheid der ijdelheden, een andere betekenis. Het verwijst naar het feit dat dingen vergankelijk zijn. Dat lijkt meer op de boeddhistische visie. “Als we werkelijk inzien hoe vergankelijk alles is, ook ons lijf, ons gezicht, onze flaporen, grote of kleine borsten dan kunnen we niet meer zoveel energie stoppen in het verbeteren daarvan. Dat is dan ook ijdel, vergankelijk.”
Heupers denkt dat wij weer moeten leren de rijkdom te zien van wat er is, in plaats van alles te willen veranderen. “Voortdurend worden huizen gerenoveerd, bedrijven gereorganiseerd en lichamen gereconstrueerd. Als telkens alles anders moet, steunt dat op de misvatting dat wij in staat zijn alles onder controle te houden met kunstmatige middelen. Daar spreekt een diep wantrouwen uit van de natuur en natuurlijke processen. Menselijke waardigheid is juist te vinden als we vertrouwen hebben in de natuur en niet als we dood en vergankelijkheid krampachtig moeten vermijden.”

Oppervlakte

Riekje Boswijk haakt ook in op de innerlijke frustratie. Zij ziet angst als grond voor de fixatie op het verfraaien van de buitenkant: angst om je eigen innerlijk te onderzoeken en te ervaren. Er liggen emoties in dat innerlijk opgeslagen: pijn, angst, boosheid, wanhoop, verlangen, verveling, leegte. Deze emoties zijn verwarrend of zelfs beangstigend en mensen willen ze om die reden niet voelen. Naast emoties hebben mensen negatieve overtuigingen in hun innerlijk opgeslagen: ik deug niet, ik ben lastig, ze vinden me niet aardig, ze houden niet van me, het lukt me nooit, ik stel niks voor, enzovoort. Ook die overtuigingen zijn lastig om tot je door te laten dringen. Boswijk noemt als laatste de behoefte van mensen aan warmte, aandacht, troost, aanraking: ze willen die behoeften niet kennen, omdat die behoeften hen kwetsbaar maken. ”Dé manier om emoties, overtuigingen en behoeftes niet te hoeven voelen is de aandacht constant aan de oppervlakte te houden. Dat wil zeggen, druk bezig zijn met van alles en nog wat in de buitenwereld. Dat kan zijn: het huis, de auto, de kleren, de vakanties. Maar het kan ook heel letterlijk betekenen dat men de buitenkant van het lichaam bewerkt. Alles wat in het innerlijk niet goed voelt, wordt weggepoetst door de buitenkant van het lichaam mooi te maken. Mensen denken hun gevoel voor eigenwaarde op te krikken door hun borsten te laten vergroten of juist te verkleinen, hun oren recht te zetten, hun lippen op te spuiten en dergelijke. En dat zal inderdaad een gevoel van 'eigenwaarde' geven: de bezitter van de fraaie borsten, oren en lippen kan trots zijn. Maar dat is een trots en een zelfverzekerdheid die niet dieper gaat dan de oppervlakte. De in hun innerlijk huizende emoties of overtuigingen zullen niet veranderen.” Boswijk vermoedt dat iemand met een harmonieus innerlijk en een bevredigend zelfbeeld niet de behoefte zal voelen om zijn neus recht te laten zetten.
ls je het woord ijdel opzoekt in Van Dale, zegt Boswijk, is de eerste betekenis: 'leeg', 'zonder inhoud'. De tweede is: 'vruchteloos' (ijdele hoop) en pas op de derde plaats staat er: 'uit zijn op complimentjes en vleierij'. Daarom is op de vraag wat de mensheid voor ijdelheid behoedt Boswijks antwoord: diepgang. “Durf dieper te denken en te voelen dan de oppervlakte. Weet dat geluk niet afhangt van je uiterlijk, maar van je innerlijke staat van zijn.”

Diana Vernooij is medewerkster van Vorm & Leegte